KamerOperaProject
KamerOperaProject combineert en bewerkt bestaande korte opera´s uit de 20ste eeuw met liederen, nieuwe toneelteksten en materiaal uit dagboeken en archieven tot een avondvullende voorstelling. Dat gebeurt met respect voor de oorspronkelijke partituren en intenties van de componist(en). Aantrekkelijke, maar onterecht vergeten meesterwerken krijgen zo opnieuw de aandacht die ze verdienen. En er ontstaan geheel nieuwe dramaturgische mogelijkheden. Via een randprogramma betrekt KamerOperaProject ook amateurmusici bij de productie.
KamerOperaProject schroomt niet archieven in te gaan en erven te benaderen om op die manier waardevolle partituren en inzichten boven water te halen. Voor het laatst gebeurde dat ter voorbereiding van de nieuwe productie Hotel Fellini. KamerOperaProject streeft naar perfectie in de voorbereiding van het muzikale materiaal, samenwerking met uitstekende partners én kansen voor nieuw talent.
Van tijd tot tijd geeft KamerOperaProject ook professionele muziekadviezen.
Eisler On The Go: hoe kwetsbaar is onze vrijheid?
Eisler On The Go: hoe kwetsbaar is onze vrijheid?
Eerst word je als beroemdheid gastvrij onthaald. Vijftien jaar later moet je het land uit. Wat doet dat met je? Musical-grootheid Jon van Eerd toont zich van zijn serieuze kant in de muziektheatervoorstelling Eisler On The Go. Hij kruipt in de huid van de Duitse componist Hanns Eisler, die nazi-Duitsland ontvlucht. In de VS is hij meer dan welkom en vindt hij een tweede thuis als filmcomponist. Kort na de Tweede Wereldoorlog wordt hij beschuldigd van communistische sympathieën. Een parlementaire enquêtecommissie verhoort hem en zet hem met veel media-aandacht het land uit.
Hoe actueel kan het zijn? Eisler On The Go gaat over een hardvochtig politiek klimaat dat angst koestert en voedt, over heimwee, over feiten die geen feiten zijn, over neurotische fixaties en slecht begrepen ideologieën. Verontrustend toen en nu. Initiatiefnemer en scenarioschrijver Paul Oomens: ‘Met het schrijven van Eisler On The Go wil ik de waarde van onze democratie en van feiten onderstrepen. Angst mag via demagogie niet gaan regeren! Want dat levert alleen maar verliezers op. Ook anno 2017 raakt de krachtige muziek van Blitzstein en Eisler een gevoelige snaar voor wie er open voor staat.’
Jon van Eerd speelt met een topcast van zangers die zowel hun wortels hebben in de klassieke muziek als in musical en lichte muziek. De leden van het toonaangevende New European Ensemble musiceren op het podium en nemen de kleinere rollen voor hun rekening. Alle aandacht gaat uit naar de authentieke songs en kamermuziek van Marc Blitzstein en van Hanns Eisler, onder andere uit zijn magistrale Hollywood Songbook, volgens sommigen de twintigste-eeuwse pendant van Schuberts Winterreise. De wereldpremière vindt plaats in Amsterdam tijdens het Festival Theater Na De Dam op 4 mei 2017 en gaat daarna op tournee door Nederland: Terneuzen, Groningen, Hengelo, Zwolle, Den Haag en Apeldoorn. In Amsterdam en Hengelo vertoont KamerOperaProjecte samen met Cantina Vocaal ook een interessant middagprogramma met lezingen, films, koormuziek voor amateurs en zelden uitgevoerde songs van zowel Hanns Eisler als Marc Blitzstein.
Jon van Eerd en Ekaterina Levental tijdens de muzikale repetities van Eisler On The Go
Vloed! – vileine opera op de puinhopen van Dresden
De opkomende vloed overvalt een groep toeristen tijdens een wadwandeling. Omringd door water blijven ze steken op een scheepswrak. De opera geeft een vilein en universeel commentaar op wat er – onder druk – met een groep mensen gebeurt. Vloed! is te zien als commentaar op een crisis die komt en ongetwijfeld ook wel weer gaat. En crisis leidt tot liefde, tot verzet, verraad en opportunisme. Wegkijken helpt niet, want ook een afwachtende houding kan meedogenloos afgestraft worden. Boris Blacher maakte een muzikale bewerking van dit verhaal van Guy de Maupassant en werd de eerste Duitse componist die na de Tweede Wereldoorlog weer een (korte) opera durfde te componeren: Die Flut. Première: maart 1947 op de puinhopen van Dresden.
Op 13, 14 en 15 augustus 2011 is de operaproductie Vloed! te zien in het Compagnie Theater in Amsterdam als onderdeel van het Grachtenfestival Amsterdam. De muziek is vitaal, puntig en in het arrangement van pianist en muzikaal leider Kimball Huigens danig afgestoft. Scenarioschrijver Paul Oomens en regisseur Elsina Jansen brengen voor KamerOperaProject Die Flut samen met de schandaalopera Abstrakte Oper nr. 1 (1953), ook van Boris Blacher, en de tienminutenopera Der Mann der vom Tode auferstand (1929) van Karl-Amadeus Hartmann. Cantina Vocaal tekent voor decor, enscenering en grafische vormgeving.
KamerOperaProject heeft met de productie van deze opera’s een sympathiek initiatief genomen en voert een goed pleidooi voor deze muziek, dat bij de gevestigde gezelschappen helaas ontbreekt.
Het samenvoegen van ‘Abstrakte Oper’ en ‘Die Flut’ is een sterke zet. De lineaire verhaallijn van ‘Die Flut’ wordt door de scènes uit ‘Abstrakte Oper Nr. 1’ onderbroken en de emoties “angst”, “liefde”, “pijn” en “paniek” worden hierdoor in ‘Die Flut’ verdiept, vergroot en versterkt.
De voorstelling was waanzinnig spannend. Er werd voortreffelijk in gezongen en geacteerd. Ik werd met name gecharmeerd door de bariton Alistair Shelton Smith (visser). De begeleiding door de zes musici tellende ensemble was voorbeeldig.
Opvallende stemmen zijn er van de sopraan Nienke Otten in “Schmerz”, de bariton Bastiaan Witsenburg in “Verhandlung” en de mezzosopraan Suzanne Lena in “Vor diesem Kreis” uit de ‘Fünf Sinnsprüche Omars des Zeltmachers’ van Blacher. Bariton Alistair Shelton-Smith zingt de aria van de eerlijke, integere en eenzame visser “Und sie wird kommen” zeer gevoelig.
Bas Jeroen Manders portretteert de meelijwekkende bankier met humor. Zijn voornaamste commentaar bij het zien van het wrak: “Zonde van de aandelen.”
compilatie van scènes uit Vloed!
Ornamente: portret van een Berlijnse vrouw in 1945-46
Ornamente: portret van een Berlijnse vrouw in 1945-46
Hartverwarmend zijn de reacties van publiek en pers naar aanleiding van de solovoorstelling Ornamente für Kate Kühl van KamerOperaProject, gezongen door de Vlaamse actrice-zangeres Evi De Jean. Zij vertolkt in een indringende solovoorstelling unieke, nog nooit eerder vertolkte liederen van de Berlijnse componist Boris Blacher uit de periode 1930-1951. Paul Oomens vindt de manuscripten in 2010 terug in de Akademie der Künste in Berlijn en krijgt toestemming van de weduwe van Boris Blacher om daar een theatervoorstelling op te baseren. Hij schrijft ook de toneelteksten en baseert deze op de anonieme geschriften van een Berlijnse vrouw uit 1945-46. Ornamente für Kate Kühl is een intens portret van een vrouw in de verwoeste stad Berlijn in 1945. Zonder man en sexueel bedreigd door Russische soldaten probeert zij haar waardigheid te bewaken en een nieuw bestaan op te bouwen.
Evi De Jean wordt in deze voorstelling begeleid door Arthur Rusanovsky (viool) en Jeroen Sarphati (piano). Jos Agasi verzorgt de videoprojecties. De voorstelling gaat drie keer tijdens het Grachtenfestival 2011 in Amsterdam en in dezelfde zomer is een uitsnede uit het programma te zien in Middelburg.
compilatie van scènes uit Ornamente für Kate Kühl
puinruimende vrouwen in Berlijn (1945)
I’m very lonely in my way:
Amerikaanse suburbia in de jaren ’50
I’m very lonely in my way:
Amerikaanse suburbia in de jaren ’50
KamerOperaProject voert in januari 2007 in Den Haag, Amsterdam, Enschede en Arnhem drie prachtige Amerikaanse kameropera’s uit van Samuel Barber, Ned Rorem en Lukas Foss over eenzaamheid en onvervulde verlangens. I’m very lonely in my way becommentarieert de dagelijkse beslommeringen van de Amerikaanse middenklasse tijdens de jaren ’50 in de Verenigde Staten. Iedereen wil wat anders. De een wil een extravagante hoed, de ander een man. De een wil sex, de ander macht. In de metro, op het vliegveld, aan een bridgetafel, op een cocktailparty zijn zeven personages op zoek. Onder de oppervlakte broeit het. Het publiek volgt hun grillige pad dat leidt naar een cocktail party. Wat hebben ze elkaar te vertellen?
Four Dialogues (1954) van Ned Rorem en Introductions and Goodbyes (1960) van Lukas Foss zijn tot dat moment nooit eerder in Nederland te zien geweest. A Hand of Bridge (1959) van Samuel Barber is wel een vrij bekende kameropera. In de enscenering verweeft Paul Oomens de personages uit de drie opera’s met elkaar en diept hij de karakters verder uit via een flinke selectie prachtige liederen van vooral Ned Rorem en Samuel Barber. Elsina Jansen tekent voor de regie. Cantina Vocaal voor decor, enscenering en grafische vormgeving.
compilatie van scènes uit I’m very lonely in my way, indrukken uit het repetitieproces en interviews met makers en uitvoerenden
Een overgevoelige beroemdheid wenst rust. Hij denkt die te kunnen vinden in kamer 81 van een standaard-hotel in een standaard-stad. Voor de zekerheid boekt hij drie kamers naast elkaar. Dan heeft hij geen last van lawaaiige buren. Maar stiekem verhuurt de hoteleigenaar toch ook maar de twee kamers die de beroemdheid niet zal benutten, de één aan een officier, de ander aan een jong stel dat vervolgens een wilde nacht beleeft. Dat scheelt weer inkomsten, denkt de hoteleigenaar. Dit alles leidt tot een nacht vol misverstanden, irritaties, kortstondige dromen en veel open- en dichtslaande deuren. En die nacht slikken vooral de mannen heel wat pillen …
KamerOperaProject combineert de komische, korte opera La notte di un nevrastenico (1959) van Nino Rota met de zeven losse scènes uit de opera Sette Canzoni (Sette espressioni drammatiche) van Gian Francesco Malipiero, geschreven tussen 1918 en 1919. De Sette Canzoni vormen samen één van de belangrijkste 20ste eeuwse Italiaanse opera’s en belichten in deze nieuwe dramaturgische setting de diepere verlangens, angsten en neuroses van de hotelgasten en het hotelpersoneel.
KamerOperaProject verkent in de zomer van 2019 de mogelijkheden om deze productie in het theaterseizoen 2020-2021 of 2021-2022 te produceren in 9 theaters in Nederland, inclusief de actieve betrokkenheid van lokale amateurmusici die een rol krijgen in de productie zelf.
nieuw: Don Perlimplin
In de vorm van een voyeuristische reality show ziet het publiek hoe Marcolfa haar meester Don Perlimplin voorstelt aan de mooie Belisa. Er volgt een huwelijksfeest. Belisa ziet echter meer in een mysterieuze knappe jongeman elders in het dorp dan in de boeklezende, grijzende Don Perlimplin, ook al is hij idolaat van haar. Don Perlimplin lijkt Belisa’s overspel wel best te vinden. In een park dichtbij denkt Belisa eindelijk de geheimzinnige verleider van haar dromen te ontmoeten. Hij draagt een rode mantel en blijkt zwaar gewond te zijn. Als Belisa zijn mantel terugslaat, herkent zij Don Perlimplin. Met zijn zelf verkozen dood onthult Don Perlimplin op dramatische wijze zijn brandende liefde voor Belisa. Hij is het die Belisa al die tijd heeft verleid. Hij is het die het ultieme offer van de liefde voor een ander mens brengt, ook al wordt die liefde niet beantwoord. En hij doet dit als voorbeeld voor de mensheid. Dit is het moment van catharsis voor Belisa en ook de televisiekijker realiseert zich maar al te goed de uniciteit van deze gebeurtenis. Twee talkshow-presentatoren maken van het geheel een collectieve religieuze beleving. Belisa als heilige Maddalena stijgt ten hemel op de zoete klanken van Giovanni Bononcini.
Bruno Maderna (1920-1973) schreef in 1961 een korte radio-opera op basis van een Italiaanse bewerking van het toneelstuk Don Perlimplin van Federico Garcia Lorca. Maderna´s versie ligt aan de basis van de voorstelling van KamerOperaProject en wordt compleet uitgevoerd. Bijzonder aan de opera is dat de hoofdrolspeler een fluitist is. Hij zingt niet. Alles wat hij denkt en voelt komt tot ons via zijn fluitspel.
Naast Maderna’s radio-opera omvat de productie belangrijke delen uit het oratorium La Maddalena a´piedi di Cristo uit 1690 van Giovanni Bononcini en scènes uit La morte ha fatto l´uovo, een cult-film uit 1969 van Giulio Questi, waarvoor Bruno Maderna de provocerende filmmuziek componeerde. Film en ook deze productie spelen zich af in en rond een industriële kippenfarm.